Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente wordt berekend uit:
Bedragen x 1.000 | |
Stand 31-12-2019 | |
Algemene reserve (1) | 5.385 |
Vastgelegde algemene reserve | 23.948 |
Totaal | 29.333 |
Resultaat jaarrekening 2019 (2) | -523 |
Post onvoorzien (3) | 200 |
Stille reserve (4) | 0 |
Onbenutte belastingcapaciteit (5) | 1.681 |
Totaal | 30.691 |
Ad 1. Algemene reserve
- De algemene reserve vrij aanwendbaar wordt ingezet voor onvoorziene investeringen.
- De vastgelegde algemene reserve fungeert als bufferreserve ter dekking van risico's.
Ad 2. Resultaat jaarrekening
Het resultaat is als afzonderlijk nog te bestemmen post op de balans opgenomen. Besluitvorming
over de bestemming vindt plaats bij de vaststelling van de jaarrekening. Volgens de geldende
financiële kaders wordt het resultaat verrekend met de vastgelegde algemene reserve.
Ad 3. Post onvoorzien
De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven in 2019. Deze is in 2019 niet
ingezet. Deze post maakt onderdeel uit van het resultaat. In de primaire begroting is hiervoor een bedrag opgenomen van € 200.000,--.
Ad 4. Stille reserve
Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van een gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde waardoor winst ontstaat. Deze winst kan worden ingezet ter afdekking van financiële tegenvallers. De stille reserves zijn vooralsnog niet inzichtelijk gemaakt omdat de mogelijk in aanmerking komende bezittingen tot de normale bedrijfsvoering worden gerekend en er geen voornemen bestaat om deze te verkopen. Het betreft hier met de name de overwaarde op het onroerend goed van de gemeente bestaande uit gebouwen en grond (inclusief ongeveer 1.400 ha bos en natuurterreinen).
Ad. 5 Onbenutte belastingcapaciteit
De gemeente kan haar belastingen verhogen om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de opbrengsten bij maximale tarieven en de geraamde opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit.
Voor de berekening is uitgegaan van het jaar 2019, waarin het maximale tarief van de Woz-waarde 0,1905% bedraagt. Genoemd tarief wordt ook gehanteerd voor toelating tot artikel 12-status. In het geval de artikel 12-status de gemeente valt te verwijten, blijft het altijd mogelijk om lopende het artikel 12-traject belastingvoorschriften op te leggen. In de regel tot de huidige grens van 140% van het gemiddelde tarief, maar in uitzonderingsgevallen wordt een hogere opslag niet op voorhand uitgesloten.
Wanneer het berekende gemiddelde OZB-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating tot artikel 12 is er in principe sprake van een onbenutte belastingcapaciteit, immers een verhoging van het OZB-percentage zal nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen. In onderstaande tabel is bij benadering aangegeven welke opbrengst deze verhoging genereert. In dit rapport is ervoor gekozen het verschil in percentage te vermenigvuldigen met de Woz-waarde van de woningen + de Woz-waarde van de niet-woningen. Bij een daadwerkelijke aanvraag zal een meer nauwkeurige berekening aan de orde zijn.
Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. “artikel-12 norm”
OZB-percentage van de Woz-waarde voor toelating art.12 | 0,1905% |
---|---|
Werkelijk gewogen % Woz-waarde gemeente | 0,1339% |
Verschil | 0,0566 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 1.681.000 |
Bij de berekeningen is uitgegaan van de huidige totale Woz-waarde. Het bedrag van € 1.681.000 geeft aan hoeveel de OZB-inkomsten nog maximaal verhoogd kunnen worden. Het genoemde tarief van 0,1905 % is het maximale tarief.